Wijnen uit Hongarije

In lang vervlogen tijden lag op het teelgebied van het tegenwoordige Hongarije de Pannonische Zee, omsloten door de Karpaten, de Alpen en de Dinarische Alpen. Vele kleine vulkanen hebben het landschap gevormd en deze gronden uitstekend geschikt gemaakt voor de druiventeelt.

Het zijn de Romeinen geweest die de wijn en de kennis naar het gebied rond de Donau hebben gebracht. Toen de Hongaren in de 9e eeuw het land veroverden, troffen ze goed groeide wijngaarden aan. De aanval van de Mongolen in 1241 had zoveel schade veroorzaakt dat koning Béla de 4e ervoor zorgde dat de wijngaarden opnieuw werden aangeplant.

Het klimaat in Hongarije leent zich perfect voor de wijnbouw, er is dan ook een grote variatie aan druivensoorten. Ze vormen de basis voor niet alleen droge en aromatische witte wijn, maar ook voor de beroemde zoete wijn Tokaji Aszú. Daarnaast zijn er ook diverse krachtige rode wijnen zoals de Bikavér.

Na de val van het communisme in 1989 kreeg de Hongaarse wijnbouw een enorme klap omdat de staat alle subsidies stop zette. De wijnbouwgebieden krompen van 250.000 ha. in de jaren ’60 naar de huidige 70.000 ha.

Tot aan het uiteenvallen van de USSR exporteerde Hongarije meer dan 50% van de wijnproductie naar de Sovjet-Unie. Door de grote concurrentie kwam de export naar de West-Europese landen maar zeer langzaam opgang. Aan het einde van de 20e eeuw ging nog maar 25% van de wijnen naar het buitenland.

Hongaars wijnrecht

In juli 1990 werden de oude Hongaarse wijnwetten vervangen door het veel strenger wijnrecht dat was afgestemd op de bepalingen van de Europese Unie. De classificatie bestaat uit 5 kwaliteitsniveaus:

  Tafelwijnen (Asztali Bor)

  Regionale wijnen (Tajjelegü Asztali Bor)

  Kwaliteits wijnen (Minőségi Bor)

  Kwaliteits wijnen met predicaat (Különleges Minőségi Bor)

  Wijnen uit overrijpe of edelrotte druiven ( Aszú) en de overgangswijnen van tenminste 5 jaar oud.

Wijngebieden en Druivenrassen

In Hongarije zijn drie grote wijnteeltgebieden waar een continentaal klimaat met hete en droge zomers en koude winters heerst. Van Boedapest tot in het Zuiden tussen de twee grote rivieren van Hongarije, de Donau en de Tisza, bevindt zich de grote Hongaarse laagvlakte, de Puszta (poesta). De Puszta bestaat uit hoofdzakelijk zandige gronden. In dit gebied wordt bijna de helft van de nationale opbrengst geproduceerd. Het gaat vooral om lichte rode wijnen en halfdroge of zoete witte wijnen. Daarnaast zijn er de wijnen in de buurt van het Balatonmeer zijn ook halfdroog of zoet.

In Noord- en Noord-Oost Hongarije bevinden zich de twee wijnbouw streken Eger en Tokaj. De Wijngronden in Eger bestaan uit zwarte klei van vulkanische oorsprong. Hier groeien hoofdzakelijk rode druivenrassen. De wijnstreek van Tokaj is de oudste van Hongarije. Op deze vulkanische bodem met lösshoudende ondergrond groeien de beroemde droge en zoete wijnen van Hongarije.

Naast de gebruikelijke druivenrassen zoals de Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc, Merlot, Pinot Noir, Sauvignon Blanc, Chardonay, Riesling en Muscat Ottonel worden ook inheemse rassen geteeld. Voor de witte wijnen zijn dat de Ezerjó, Furmint, Mézesfehér, Hárslevelű, Cirfandli, Leányka en Szürkebarát en voor de rode wijnen de Kadarka en Kékfrankos.

De Wijnstreken rond het Balatonmeer

Uit deze streek komen de Hongaarse wijnen die wij verkopen.

De steile en beschermde ligging van de zanderige bodem, het klimaat en de regulerende werking van het Balatonmeer zijn ideaal voor het verbouwen van druiven voor wijnproductie. De Romeinen hadden dit al snel door en lieten wijngaarden aanleggen. De uitgestrekte wateroppervlakte van het meer zorgt voor een goede waterhuishouding in de bodem. In de zomer geeft het grote meer enige verkoeling en in de zeer koude wintermaanden is het een natuurlijke warmtebron.

Proef de kwaliteit van deze Hongaarse wijnen en bestel deze eenvoudig in de webshop.